U loopt 's ochtends naar uw werk en uw pad wordt gekruist door een zwarte kat. Wat doet u?
A. Ik keer meteen om en ga weer terug naar huis. Dit wordt toch een dramatische dag.
B. Ik probeer ’m te lokken en aai ’m even. Ik ben namelijk dol op katten, wat voor kleur dan ook.
C. Ik wacht even totdat de kat weg is en loop verder. Maar ik houd toch een beetje een onbehaaglijk gevoel.
D. Ik loop verder, maar ik ben wel blij dat ik m’n geluksmuntje bij me heb.
2.
Uw buurman is bezig om zijn dakgoot schoon te maken, maar heeft zijn ladder zo onhandig neergezet dat u er niet omheen kunt lopen. Wat doet u?
A. Ik loop liever een blokje om.
B. Ik loop gewoon door, maar spuug wel even over m’n linkerschouder.
C. Ik loop gewoon onder de ladder door en nog een keer en nog een keer. Niemand die me iets maakt.
D. Ik groet de buurman en vraag hem of hij de ladder even wil verzetten.
3.
Uw partner komt terug van een middagje winkelen en is goed geslaagd. Vol trots worden de zojuist aangeschafte schoenen op tafel gezet. Hoe reageert u?
A. U maakt duidelijk dat dit meteen het laatste paar is. Wie zijn schoenen op tafel zet kan armoede verwachten.
B. U vraagt hoeveel dit grapje gekost heeft. Van schoenen op tafel zetten word je niet arm, van veel te dure schoenen kopen wel.
C. U zegt dat u ze mooi vindt, maar onder tafel houdt u uw vingers gekruist.
D. U haalt ze meteen weer van tafel met de smoes dat u ze even bij daglicht wil bekijken.
4.
U zit in het theater en u heeft een leuk liedje in uw hoofd. Wat gebeurt er als u dat liedje fluit?
A. Dan vraagt de persoon achter mij of ik daarmee op wil houden.
B. Dan zit ik binnen de kortste keren zonder werk.
C. Dan moet ik meteen het theater verlaten en driemaal om m’n eigen as draaien.
D. Niets. Fluiten moet mogen toch?
5.
Het is vrijdag de 13e en u hebt een drukke dag voor de boeg. Gaat u naar uw werk of blijft u thuis?
A. Naar m’n werk natuurlijk.Omdat zoveel mensen thuis blijven kan ik namelijk eindelijk zitten in de trein en word ik op kantoor tenminste niet gestoord.
B. Ik blijf liever thuis. Dan maar in het weekend even de beuk erin.
C. Naar m’n werk natuurlijk. Het gaat al slecht genoeg met de economie.
D. Ik werk thuis.
6.
U bent jarig en omdat u zo van koken houdt, krijgt u van vrienden een prachtig nieuw koksmes. Wat doet u?
-A. U gaat snel op zoek naar wat kleingeld, want u moet meteen een muntje teruggeven.
-B. U bedankt ze hartelijk en vraagt wat ze willen drinken.
-C. U bedankt ze hartelijk en legt het mes bij het andere mes dat u gekregen heeft, zonder dat deze elkaar kruisen.
-D. U bedankt ze hartelijk en laat meteen uw snijkunsten zien. Nog een geluk dat uw partner een EHBO-cursus heeft gedaan.
Tel de scores van uw antwoorden bij elkaar op en kijk of u een bijgelovig type bent.
1 A=5, B=1, C=2, D=3
2 A=5, B=3, C=1, D=2
3 A=5, B=1, C=2, D=3
4 A=1, B=5, C=4, D=1
5 A=1, B=5, C=1, D=2
6 A=5, B=1, C=2, D=1
6-12:U staat redelijk nuchter in het leven. Geluk is volgens u meer een kwestie van positief denken, hard werken en kansen grijpen.
12-18:U wilt het eigenlijk niet toegeven, maar u bent stiekem toch wel een beetje bijgelovig. Geeft niks, want u bent zeker niet de enige.
18-30:Bijgeloof beheerst uw leven. U heeft ongetwijfeld een hoefijzer boven uw deur gespijkerd, een tuin met klavertjesvieren en een ongeverfde tafel om op af te kloppen. Daarnaast staat uw zolder vol met andere gelukssymbolen en vermijdt u elke situatie die mogelijk ongeluk brengt. Wij wensen u dan ook veel sterkte.